Door de snelle economische groei in de jaren zestig van de twintigste eeuw ontstaat een groot tekort aan arbeidskrachten. Noodgedwongen gaan Nederlandse werkgevers op zoek naar arbeiders over de grens. Eerst werven zij arbeidskrachten in Zuid-Europese landen, later gevolgd door Marokko en Turkije. In Gouda strijken vooral veel Marokkanen neer om hun brood te verdienen. Hoewel zij aanvankelijk van plan zijn om terug te keren naar hun moederland, besluiten zij om hier definitief te blijven en zelfs hun gezinnen te laten overkomen. Zoals de christenen behoefte hebben aan eigen kerkgebouwen, zo willen de moslims graag eigen gebedsruimten (moskeeën) om samen te komen en te bidden. In de loop van de tijd worden in Gouda de moskeeën Nour (Het Licht), El-Fath (De Sleutel) en As-Salaam (De Vrede) gebouwd.
De eerste Marokkanen in Gouda
In 1964 komen enkele Turken naar Gouda om er te gaan werken. Hun aantal blijft beperkt. De eerste grote groep Marokkanen arriveert een jaar later in Gouda. Deze ‘gastarbeiders’ zijn veelal Berbers uit het Rifgebergte in het noord-oosten van Marokko. Hun taal is het Tamazight. Naast de taal hebben deze Marokkanen ook hun eigen cultuur en leefgewoonten. In het begin van hun verblijf in Gouda leven ze heel sober. Ze wonen vaak samen met collega’s in pensions. Veel Marokkanen werken bij grote Goudse fabrieken als de vleesfabriek Compaxo, de MelkUnie en de NV Goudsche Machinale Garenspinnerij. Het geld dat de Marokkaanse arbeiders verdienen sturen ze naar familie in Marokko. Aanvankelijk is het de bedoeling dat de gastarbeiders hier tijdelijk verblijven. Vanwege het verschil in welvaart met hun moederland besluiten veel Marokkaanse arbeiders hier definitief te blijven. Gehuwde mannen laten hun gezin naar Gouda komen.
Stichting van moskeeën
Veel Marokkaanse gastarbeiders zijn moslim, aanhanger van de Islam. Zij hebben behoefte aan een eigen religieuze ruimte. In een pand aan de Peperstraat richten ze in 1976 een provisorische moskee in, ‘Nour’ geheten. In 1980 koopt het moskeebestuur van Nour vervolgens twee naast elkaar gelegen garages aan de Raam en richt die in als moskee. Deze provisorische moskee aan de Raam wordt in 1990 gesloopt en op dezelfde plaats bouwt de islamitische gemeenschap een nieuwe moskee. Deze wordt in 1993 geopend. Intussen zijn twee groeperingen binnen de islamitische gemeenschap ontstaan. De ene groep is van mening dat een moskee uitsluitend dient als gebedsruimte, de andere groep ziet de moskee daarnaast als instelling in de samenleving om bijeen te komen en sociale contacten te onderhouden. De behoudende groep, met relatief veel ‘eerste generatie-Marokkanen’, is sterk gericht op het moederland Marokko. Zij sticht in 1985 de moskee El-Fath in de Spieringstraat. De officiële opening van El-Fath is in 1987. In moskee Nour treffen juist veel Marokkanen van de tweede en derde generatie elkaar. Zij zijn meer op Nederland gericht. Ook in religieus opzicht zijn niet alle gelovige Marokkanen het met elkaar eens. Dat heeft tot gevolg dat El-Fath een dag later met de Ramadan (en dus ook het Suikerfeest) begint dan Nour. Er komt ook nog een derde moskee. In 1998 opent in Oosterwei moskee As-Salaam haar deuren, in nauwe samenwerking met moskee Nour. Het bestuur van moskee Nour is een warm voorstander van de oprichting van een islamitische school. De school komt er in 2006. Hij is gevestigd aan de Aakwerf en heet Islamitische Basisschool Al-Qalam (De Pen).