In december 1956 wordt kort vóór kerstmis in het bijzijn van belangrijke Noorse gasten de verlichting in een kerstboom op de Goudse Markt ontstoken. De kerstboom is een geschenk van de Noorse partnerstad Kongsberg. Het is het begin van een lange traditie die Kaarsjesavond gaat heten. In de loop van de jaren verlichten duizenden brandende kaarsen de vensters van het gotische stadhuis en de rondom liggende (winkel)panden. Het carillon van de Sint-Janskerk speelt kerstliedjes, koren brengen kerstgezangen ten gehore en het publiek zingt uit volle borst mee. Gouda viert het vijftigjarig jubileum van Kaarsjesavond in bijzijn van Koningin Beatrix en ruim dertigduizend belangstellenden uit alle delen van de wereld.
Belangrijke brieven bewaard
In de zomer van 1952 organiseert Gouda in de veemarkthallen een internationaal muziekconcours voor kleinsteedse harmonie-orkesten en fanfares. Alle muzikanten krijgen een warm onthaal. Dit geldt ook voor het ‘Kongsberg byorkester’ uit Noorwegen. De finale en het afsluitend concert speelt men voor een enthousiast publiek op de Markt. Tijdens dat concours ontstaan bijzondere vriendschappen. Wethouder Harry Hagedorn schrijft op 22 februari 1956 een brief die de aanzet zal blijken tot een van de mooiste en warmste Goudse tradities in het koudste seizoen. Hij richt de brief aan Sigurd Andersen, de voorzitter en dirigent van het ‘Kongsberg byorkester’. In zijn brief refereert Hagedorn aan het concours en verbindt hieraan een verzoek om zo’n mooie grote boom uit Kongsberg te mogen ontvangen om daarmee het Goudse Marktplein op te sieren rond de kersttijd. Hagedorn geeft in zijn brief aan dat de boom vóór het stadhuis zal komen te staan. Andersen reageert positief op het idee van Hagedorn en schrijft ook dat hij Guttorm Friis - de ‘Rådman’ van Kongsberg - heeft geïnformeerd. Friis geeft aan geïnteresseerd te zijn in het plan. ‘Alle leden van het Kongsbergse orkest groeten terug aan de vrienden die zij in Gouda hebben gemaakt!’. Andersen besluit de brief met ‘de beste wensen aan zijn Hollandse vriend’. Beide brieven zijn op verzoek van burgemeester van Gouda - Karel James - gearchiveerd, evenals alle latere brieven over dit onderwerp.
Noorse boom komt naar Gouda
De Goudsche Courant vermeldt dat Guttorm Friis zelf in de wouden rond Kongsberg de boom voor Gouda heeft aangewezen. Deze eerste Kongsbergse boom arriveert op 12 december. Namens het stadsbestuur spreekt Friis de wens uit dat de boom met kerst zal schijnen als een zichtbaar bewijs van vriendschap tussen Gouda en Kongsberg en als een symbool van vrede in de wereld. Als dank zendt men vanuit Gouda typisch Goudse geschenken naar Kongsberg, zoals siroopwafels, Goudse kaas, Goudse pijpen en extra grote Gouda Kaarsen.
Feestelijke ontsteking
Onder belangstelling van enige honderden Gouwenaars wordt op 18 december de verlichting in de boom ontstoken. Aanwezig bij dit feestelijke moment zijn de Noorse consul-generaal H. Akre en vice-consul H.J. Jacobson. Verder bestaat het gezelschap uit de Goudse burgemeester, zijn echtgenote, de gemeentesecretaris, de wethouders en een aantal raadsleden. Vanuit de Sint-Janstoren klinken kerstliedjes die Maria Blom, de eerste vrouwelijke beiaardier van Nederland, speelt op het carillon. Aan de voorgevel van het stadhuis hangt de Noorse vlag. In kleine kring sluit men de festiviteit af met een vriendschapsdronk in de trouwzaal. Het jaar daarop neemt de belangstelling toe en burgemeester James spreekt de hoop uit ‘dat deze dag zal uitgroeien tot een belangrijke dag op onze Goudse kalender’. Behalve het carillon van de Sint-Janskerk brengt dan ook een koor kerstliedjes ten gehore. De traditie wil dat elk jaar een Noorse hand de lichtjes in de vredesboom ontsteekt.
Goudse kaarsen
In 1958 krijgt de traditie een zeer passende aanvulling van de op 22 mei jubilerende N.V. Stearine Kaarsenfabriek Gouda-Apollo. Vanwege het honderdjarig bestaan schenkt de Goudse fabrikant onder meer 1500 kaarsen aan de gemeente om daarmee ’s avonds, tijdens muziekoptredens, het Goudse stadhuis van binnenuit te verlichten. Dat lumineuze plan dreigt echter te mislukken: burgemeester James wijst het idee af in verband met brandgevaar. Begrijpelijk, want het stadhuis is niet lang daarvoor als herboren tevoorschijn gekomen uit de meest omvangrijke restauratie in zijn geschiedenis. Bode Verkerk weet burgemeester James toch over te halen door te garanderen dat hij alles in het werk stelt om brand te voorkomen.
Feeëriek schouwspel
Het fraaie schouwspel op die feestelijke jubileumavond van de 22ste mei brengt een aantal mensen op het idee om de dan tweejarige traditie met de Noorse ‘vredesboom’ uit te breiden met het lichtspel van Goudse kaarsen. Op de bewuste avond in december 1958 branden niet alleen kaarsen in het stadhuis, maar ook in alle panden rond de Markt en de daarheen leidende straten. Dat dit een feeëriek schouwspel oplevert, lijdt geen twijfel. Het bijzondere effect wordt versterkt door het fraaie Goudse decor. De roep uit alle lagen van de bevolking om dit tot een traditie te laten uitgroeien is groot en de interesse voor het lichtfeest groeit jaarlijks met vele duizenden mensen uit binnen- en buitenland. De belangstellenden trotseren de soms felle kou om dit festijn bij te wonen. Televisieploegen en fotografen vanuit alle delen van de wereld proberen de sfeervolle beelden op de best mogelijke manier vast te leggen. Het bijzondere karakter van Kaarsjesavond wordt benadrukt wanneer in 1980 de pas tot Koningin gekroonde Beatrix met haar gezin het 25-jarig jubileumfeest bijwoont. Als het lichtfeest in 2005 vijftig jaar bestaat, mag Gouda zich opnieuw verheugen in een bezoek van Koningin Beatrix.