Gerard Leeu is van groot belang voor de boekgeschiedenis. Als Leeu in Gouda de deuren van zijn drukkerij opent, bestaat de moderne techniek van boekdrukken een kwart eeuw. Leeu is de eerste die Nederlandstalige werken drukt voor niet-geleerd burgerpubliek. Niet alleen in zijn devote literatuur, maar ook in de presentatie van zijn drukwerk is Leeu vernieuwend. Zo importeert hij lettertypes uit Italië en is hij de eerste die op vernuftige wijze afbeeldingen in de tekst integreert. Ook introduceert Leeu de titelpagina. Zijn vindingrijke druktechniek krijgt in heel Europa navolging.
Uitvinder boekdrukkunst
De uitvinder van de boekdrukkunst is Johannes Gutenberg (rond 1450). Gutenberg vermenigvuldigt in die tijd samen met enkele compagnons boeken in de stad Mainz. Kenmerkend voor de nieuwe techniek is dat de tekst gezet wordt met losse letterstaafjes. Alleen de zwarte tekst wordt op deze manier vermenigvuldigd. De gekleurde elementen, die zo tekenend zijn voor middeleeuwse boeken, worden er later met de hand alsnog ingeplaatst. Ook afbeeldingen kunnen aanvankelijk niet worden meegedrukt. Gerard Leeu introduceert een aantal vernieuwingen in het drukproces en legt daarmee de basis voor Gouda als drukkersstad.
Begin van het succesverhaal
Gerard Leeu is vermoedelijk omstreeks 1450 geboren. Van de eerste 25 jaar van zijn leven weten wij niet meer dan dat zijn vader Gherrit heet en dat hij een oudere broer Claes heeft. Gerard’s naam duikt op in 1477 als hij in Gouda zijn drukkerij begint. De moderne techniek van boekdrukken bestaat dan een kwart eeuw. De titel van het eerste in Gouda gedrukte boek van de pers van Gerard Leeu luidt: Epistelen ende ewangeliën voor den gheheelen iare. Het is een soort bijbels leesboek met tekstgedeelten uit de brieven (epistelen) van de apostelen en uit de evangeliën. Dit is het begin van het succesverhaal van Gerard Leeu. Mogelijk inspireerde de beroemde Engelse wolhandelaar, diplomaat en boekdrukker William Caxton Leeu om een boekdrukkerij te beginnen. In 1475 is Caxton in Gouda als vertegenwoordiger van de Engelse koning bij onderhandelingen op het kasteel.
Ook in Antwerpen
In zeven jaar bouwt Leeu in Gouda een vruchtbaar drukkersbedrijf op met een netwerk aan contacten met andere drukkers. Zijn ambities kan Leeu echter in Gouda op een gegeven moment niet meer kwijt. In 1484 verhuist hij daarom naar Antwerpen. Desondanks vergeet hij Gouda niet. Zo heeft hij in 1489 een ontmoeting met de jongere Erasmus, met wie hij naar de Haastrechtse brug wandelt, onderwijl een gezellig gesprek voerend. Ook blijft Gerard Leeu contact houden met zijn in Gouda gebleven broer Claes, die af en toe op bezoek komt in Antwerpen. In 1492 komt er op ongelukkige wijze een eind aan Leeu’s leven. Tijdens een ruzie met zijn lettersnijder steekt deze hem neer. Een paar dagen later overlijdt Leeu aan zijn verwondingen.
Vernieuwend
Gerard Leeu is van groot belang voor de boekgeschiedenis. Hij heeft een goede neus voor de markt en voelt aan waar de mensen behoefte aan hebben. De teksten die Leeu kiest slaan aan bij het grotere publiek. Opmerkelijk is dat Leeu veel Nederlandstalige werken drukt voor een niet-geleerd burgerpubliek. Hij is de eerste die een dergelijk publiek aanboort. Veel van het Nederlandstalige fonds van Leeu kan worden betiteld als devote literatuur. Ook in de presentatie van zijn drukwerk is Leeu vernieuwend. Tot Leeu lijkt het gedrukte boek zoveel mogelijk op een handgeschreven boek. Dat is de norm, zó hoort een boek eruit te zien; zó is men het gewend. Het liefst moet het gedrukte boek op een luxe handgeschreven boek lijken. Met de tekstletter houden drukkers daar vanaf het begin rekening mee. Zij gebruiken eenzelfde lettertype als in luxe handschriften. Leeu komt regelmatig in Italië en neemt lettertypes mee naar huis met een Italiaans uiterlijk. Vermoedelijk zijn ze in de ogen van Leeu beter leesbaar dan de in Nederland gebruikte lettertypes.
Succesvolle methode
Ook in het gebruik van afbeeldingen is Leeu vernieuwend. Bij andere drukkerijen is wel geëxperimenteerd met het invoegen van losse, geschilderde of gedrukte afbeeldingen. Leeu is echter de eerste die de afbeeldingen in de tekst integreert. Hij laat houtsneden maken bij een Goudse beeldhouwer/houtsnijder, die hij in het zetsel kan vastzetten. Zo kan hij de tekst en de afbeeldingen in één keer drukken. Dit blijkt een succesvolle methode, die overal in Europa navolging krijgt. Vanaf het begin zijn deze houtsneden een gewild ruilmiddel onder drukkers. We zien dan ook houtsneden die Leeu gebruikt heeft, opduiken bij drukkers in onder meer Haarlem, Delft en Zwolle.
Titelpagina
Echt nieuw is het ontstaan van de titelpagina. Leeu levert ook daarin een belangrijke bijdrage. Een titelpagina (een aparte bladzijde voorin het boek met daarop alleen de titel van het boek, eventueel met gegevens van de uitgever) bestond niet in handgeschreven boeken. Ook niet in de eerste gedrukte boeken. In de ontwikkeling van het gedrukte boek zien we dat de tekst aanvankelijk, net als een handgeschreven boek, meteen op de eerste bladzij begint. Later begint men te drukken op de tweede bladzijde, zodat de eerste, onbedrukte pagina het boekblok beschermt. Omdat nu niet meer is te zien welke tekst er in het boek staat, wordt de titel op die lege bladzijde gedrukt: de titelpagina is ontstaan. Het is heel opmerkelijk dat het alweer Gerard Leeu is die deze ontwikkeling voor het eerst laat zien.