In de jaren zestig worden in Gouda nieuwbouwprojecten gerealiseerd die protesten uit verschillende bewonersgroepen oproepen. De protesten van jongeren zijn voornamelijk gericht tegen sloop van goedkope woningen. Ouderen zien demping van grachten en sloop van gebouwen als de Kleiwegkerk en het Van Iterson Ziekenhuis als een aantasting van ‘hun’ (binnen)stad. Begin jaren zeventig nemen de protesten toe. Het besef dat de binnenstad waardevol is groeit. De Vereniging Behoud Stadsschoon en de Oudheidkundige Kring roeren zich. Daarnaast laat de actiegroep 'De Kritiese Siroopwafel' zich nadrukkelijk horen.
Oprichting actiegroep De Kritiese Siroopwafel
Na het tamelijk opvallende nieuwbouwproject van de HEMA, op de hoek van de Kleiweg en de Nieuwstraat, nemen begin jaren zeventig de protesten van bewoners toe. In meerdere opzichten voelen binnenstadsbewoners zich door de politiek in de steek gelaten. Aanvankelijk gaat het nog om geïsoleerde protesten die zich beperken tot een straat of wijk. Een aantal binnenstadsgroepen besluit de krachten te bundelen en richt de actiegroep 'De Kritiese Siroopwafel' op in november 1974. In het oprichtingsmanifest staat dat betrokkenen zich zonder zakelijke en politieke bijbedoelingen willen inzetten voor een beter woon- en leefklimaat in de Goudse binnenstad. Volgens hun inzichten zou er een beter evenwicht moeten zijn tussen de elementen prettig wonen, werken, winkelen en spelen. Door hun ideeën kracht bij te zetten met ludieke acties hopen de betrokken bewoners (toch) de aandacht van de politieke partijen te krijgen. Ze lichten tegels uit de stoep om er (bloeiend) groen in te planten, beschilderen afbraakpanden en organiseren een anti-hondenpoep-op-de-stoep-dag. Allemaal onschuldig, totdat in oktober 1975 blijkt dat er een gemeentelijk tekort is ontstaan vanwege een verkeerde doorrekening van de wijkuitbreiding Bloemendaal.
Verharding van acties
Door wat ‘Het Gat van Bloemendaal’ is gaan heten, dient er ernstig te worden bezuinigd. Omdat de gemeente een beroep moet doen op Rijkssteun, komt de stad onder toezicht te staan. Gouda wordt hiermee een zogeheten artikel 12-gemeente, hetgeen voortduurt tot na de eeuwwisseling. De gevolgen van de bezuinigingen zorgen voor verharding van de acties van De Kritiese Siroopwafel. Met een bel-actie wil men in 1976 het ambtelijk telefoonverkeer lamleggen. Nepverkeersborden moeten het stadsverkeer in de war te sturen. De Kritiese Siroopwafel roept in oktober 1977 de binnenstadsbewoners op om ‘het tientje van Harms’ (een verhoging van de onroerendgoedbelasting naar het idee van wethouder Ron Harms) te boycotten. De ideeën van De Kritiese Siroopwafel vinden begin jaren tachtig uiteindelijk een politieke vorm in De Andere Partij van Henc Maarseveen. Andere Gouwenaars verenigen zich niet veel later in de politieke partij Gemeentebelangen Gouda (GBG).
Groep Verontruste Gouwenaars
Een aantal boze inwoners - verenigd onder de naam Groep Verontruste Gouwenaars - schrijft in april 1979 een brief aan minister van Binnenlandse Zaken Hans Wiegel. Zij verzoeken in dit schrijven het Goudse gemeentebestuur zo spoedig mogelijk onder toezicht van een regeringscommissaris te plaatsen. Naar hun mening is de gemeente zo goed als onbestuurbaar geworden. Bovendien is het contact tussen bestuur en burgers ernstig verstoord. Verder is vanwege het jarenlang uitblijven van bestemmingsplannen op het gebied van Ruimtelijke Ordening grote rechtsonzekerheid ontstaan. Een toegezegd onderzoek naar het functioneren van het ambtelijk apparaat schijnt door diezelfde ambtenaren te worden tegengewerkt. Bovendien luistert het gemeentebestuur voornamelijk naar het bedrijfsleven en heeft het nauwelijks oor voor de gewone burger. De brief brengt bij het stadsbestuur een schok teweeg. Met name burgemeester Chr. van Hofwegen is verbolgen, maar hij kan direct een deel van de beschuldigingen weerleggen. Gedeputeerde Staten nemen het verzoek van de Groep Verontruste Gouwenaars wel in behandeling, maar honoreren het niet. Deze affaire loopt met een sisser af.